Lerarenopleidingen selecteren te eenzijdig op studiesucces

20-08-2020

 

In de selectie van nieuwe studenten is de vraag hoe succesvol een student de opleiding zal doorlopen leidend. De vraag of iemand een goede leraar zal worden, wordt niet systematisch of doelgericht verkend. Dit meldt Science Guide naar aanleiding van een recent onderzoek.

Onderzoek naar selectie in het hoger onderwijs is er genoeg, maar binnen de unieke context van de lerarenopleiding was het tot nu toe nog geen vetpot. Een groep onderzoekers van het Kohnstamm Instituut, SEO Economisch Onderzoek, Hogeschool van Amsterdam, ICLON en de Universiteit van Amsterdam presenteerde vorige week een rapport dat hier verandering in brengt.

Want hoe zetten opleidingen intake- en selectieprocedures in binnen een veld waar tegelijkertijd geschreeuwd wordt om nieuwe aanwas, maar waar de instroomeisen het afgelopen decennium fors opgeschroefd zijn? Het verscherpen van de instroomeisen werd gedaan om opleidingen geen tijd meer te laten besteden aan het bijspijkeren van studenten en het rendement van de opleidingen te verhogen. Maar is dat ook gelukt, en zien opleidingen geen belangrijke zaken over het hoofd?

---

Selectiecriteria

Opleidingen zetten voor de intake verschillende methoden in, van online vragenlijsten tot aan opdrachten in de vorm van een casus, bijvoorbeeld een korte stage of videopresentatie. Ook aanbevelingsbrieven, motivatiebrieven en reflectieopdrachten vallen onder het arsenaal. Maar waar selecteren opleidingen nu precies op?

Universitaire lerarenopleidingen blijken vooral in te zetten op selectie op beroepscompetenties. De toelatingsprocedures zijn voornamelijk gericht op professionele vaardigheden en zelfreflectie ten aanzien van het beroep. Vakinhoudelijk gaan opleidingen ervan uit dat de aankomend student niet meer bijgespijkerd hoeft te worden – ook is de intake om voor de hand liggende redenen niet ingericht op de oriëntatie op ‘studeren’.

De tweedegraadsopleidingen legden de nadruk op de studie. Zij hebben in de intakeprocedure veel studieopdrachten en toetsen over domein-specifieke kennis en vakdidactiek in hun intakeprocedures opgenomen. De pabo’s kiezen voor een combinatie van studie en beroep in hun intakeprocedures. Deze opleiding leidt niet op tot een specifiek schoolvak, en naast de intakeprocedure zijn er ook nog de landelijke toelatingstoetsen voor rekenen en taal.

Kan ik eigenlijk wel leraar worden?

De (zelfselecterende) vraag of iemand succesvol denkt te zijn in een opleiding lijkt over het algemeen meer dan voldoende afgedekt. De vraag ‘Kan ik leraar worden, kan ik als leraar succesvol zijn?’ wordt echter bij geen enkele opleiding systematisch en doelgericht verkend. De intakeprocedures zijn niet ingericht als een systematische verkenning van de vraag ‘Wil ik leraar worden en wat voor leraar dan?’.

“De intakes lijken zich eerder te richten op het selecteren van de geschikte studenten en in mindere mate op het selecteren van geschikte leraren,” schrijven de onderzoekers die erop wijzen dat er daarmee “minder aandacht is voor de waarden van nieuwe studenten als onderdeel van hun identiteit en van de essentiële waarden van het beroep van leraar.”

Ook wanneer opleidingen het studieadvies formuleren lijkt de vraag of iemand geschikt is voor het leraarschap het ondergeschoven kindje. Omdat instrumenten met een ‘duidelijke score’ makkelijker te vertalen zijn naar een advies zijn academische vaardigheden beslissend, en is het advies “zelden gebaseerd op de professionele vaardigheden of de motivatie om leraar te worden.”

Selectie op waarden

Dat een intake of vragenlijst zou kunnen helpen bij de oriëntatie op het beroep staat volgens de onderzoekers niet ter discussie. Maar daarvoor moet het proces wel werkelijk ingericht zijn op het gestructureerd ondersteunen van aanstaand studenten in de vragen die ertoe doen. Alleen globaal vragen naar de motivatie is onvoldoende; er moet systematisch verkend worden wat de waarden van een student zijn en of het vak bij hun identiteit past.

Een mogelijke oplossing die de auteurs aandragen is het gebruik van selectiemethoden die meer op waarden gebaseerd zijn. Een voorbeeld daarvan komt van een opleiding geneeskunde in Engeland waar wordt gewerkt met de zogenaamde Situational Judgement Test (SJT). Hierbij wordt de aspirant blootgesteld aan een beroepssituatie en gevraagd hoe zij/hij zou handelen. Dat schept de mogelijkheid om het gesprek over waarden binnen de beroepscontext aan te gaan.

Deze aanpak heeft een grotere voorspellende waarde en wordt door deelnemers als eerlijker ervaren dan bijvoorbeeld een persoonlijkheidstest. Deze moet nog wel ontwikkeld worden voor het lerarenberoep, iets dat ondanks de hoge kosten de moeite waard is volgens de onderzoekers.

Bron: Science Guide



« Terug naar het overzicht