Pabo heeft groeikansen zat

21-11-2022

 

Ieder jaar levert de voltijd-pabo bijna vierduizend kersverse starters af op de arbeidsmarkt. Te weinig om het lerarentekort op te lossen. Volgens onderzoekers kan de instroom na jaren kwakkelen weer omhoog. De kansen en knelpunten op een rij.

Wij hebben lokalen bijgebouwd om de groeiende instroom aan te kunnen”, vertelt Robert Verbruggen. “Dit studiejaar 25 procent meer eerstejaars.” Verbruggen is bestuursvoorzitter van de Pedagogische Hogeschool de Kempel, een zelfstandige pabo in Helmond. De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) noteert bij de twee vestigingen een plus van 16 procent. “Tijdens de drie open dagen kreeg ik al het gevoel dat het goed liep”, zegt pabo-docent Koen Steeman. “Het was steeds bomvol, ze hingen zowat met de benen uit de ramen.” Dat de opleidingen groeien, is geen toeval. Ze maken werk van werving.

Kans 1: De uitgangspositie is goed
De uitgangspositie van de pabo is prima. De opleiding scoort hoog in de top tien van populairste hbo-studies, op nummer drie om precies te zijn. De voltijdpabo is bovendien hofleverancier van nieuwe leraren basisonderwijs. Ieder jaar studeren rond de vierduizend kersverse leraren af. Zeven van de tien starters in het onderwijs hebben die vierjarige pabo achter de rug.

Maar laten we niet vergeten dat de populariteit voor de pabo de afgelopen twee decennia wel bijna is gehalveerd. In 2020 piekte de aanmelding even, om meteen weer in te zakken. Voor dit studiejaar laten de voor-aanmeldingscijfers een heel klein plusje zien. In hun brief over de Lerarenstrategie zeggen onderwijsministers Robbert Dijkgraaf en Dennis Wiersma dat er ‘onorthodoxe maatregelen’ nodig zijn om het lerarentekort aan te pakken. Maar zouden ouderwetse maatregelen ook kunnen werken, zoals het vergroten van de instroom van de voltijds-pabo? Zeker wel, zeggen onderzoekers.

Kans 2: Pabo heeft groeipotentie
De pabo heeft flinke groeikansen, laat het onderzoek Uitstroom vo naar lerarenopleidingen van ResearchNed zien. Er zijn namelijk scholen voor voortgezet onderwijs waar door de jaren heen nul leerlingen kiezen voor een lerarenopleiding (po en vo). Daartegenover staan havo- en vwo-scholen waar die keuze steeds boven de 20 procent uitkomt. “Scholen waar veel jongeren voor een lerarenopleiding kiezen, staan meestal buiten de Randstad en hebben vaker een christelijke signatuur”, schetst onderzoeker Wouter van Casteren van ResearchNed als kenmerken.

Wat er volgens het onderzoek echt toe doet, is de opzet van de studiekeuze-voorlichting. Wanneer die vroeg begint, intensiever is, én de lerarenopleiding daar een plek in heeft, kiezen meer jongeren voor die lerarenopleiding. “Er is een groep die van jongs af aan al weet dat ze juf of meester willen worden. Die hoef je niet te overtuigen. Maar een veel grotere groep is best geïnteresseerd in het leraarsberoep, maar twijfelt nog”, signaleert Van Casteren. Juist die twijfelaars hebben baat bij intensieve loopbaanoriëntatie en -begeleiding.

Kans 3: Werving werkt
De groei van het aantal voltijds-pabostudenten bij de HAN is misschien wel de vrucht van een diepte-investering in de werving. “Vanwege de dalende instroom en het lerarentekort is er vijf jaar geleden besloten om één extra marketing-communicatiemedewerker voor de pabo aan te stellen”, zegt Toke Goseling, die toen is aangenomen om een nieuwe aanpak te ontwikkelen.

Regionale samenwerking met basisscholen en schooldecanen is essentieel. Er is een groep getrainde studenten die op aanvraag voorlichting geeft in het voortgezet onderwijs. Daarnaast draait het programma ‘Kijkje in de klas’. Waar vroeger belangstellende jongeren werd aangeraden om op eigen houtje op hun oude basisschool te gaan snuffelen, is dat nu strak georganiseerd. Kijkje in de klas regelt dat potentiële eerstejaars een dagdeel meelopen bij een pool van scholen waarmee de HAN samenwerkt.

Kans 4: De kracht van campagne
In vrijwel heel Nederland worden plannen gemaakt voor regionale campagnes om de pabo-instroom op te krikken. Met meer en minder succes. Zou een landelijke campagne daarbij kunnen helpen? “Dat helpt altijd, de regionale en landelijke onderdelen moeten elkaar wel versterken”, denkt Ipabo-bestuursvoorzitter Eric Westhoek. “Het moeten samen bouwstenen zijn om het tekort te reduceren.”

Plannen zijn er al bij het ministerie van Onderwijs, als vervolg op de campagne De baan van het leven uit het voorjaar van 2020. Die mikte vooral op het verbeteren van de waardering voor leraren, op de onderwijssector zelf. Studenten en zij-instromers waren niet de hoofddoelgroep. Door de coronapandemie werd de campagne afgeschaald. Nu wordt gewerkt aan vervolg waarbij het ministerie juist mikt op middelbare scholieren om hen ‘te enthousiasmeren om leraar te worden’.

Op basis van het onderzoek ziet ResearchNed-onderzoeker Wouter van Casteren wel aandachtspunten voor zowel regionale als landelijke campagnes. “Tot nu toe werd vaak kennisoverdracht benadrukt als voornaamste rol van de leraar. Maar dat werkt niet goed, die kennisoverdracht spreekt voor zich. Voor twijfelaars is begeleiden en teamwork belangrijk. Dat leraar zijn een sociaal beroep is, om kinderen en jongeren verder te helpen in hun ontwikkeling. Plus werken in teams; dat je niet alleen staat.”

Bron: AOb

 



« Terug naar het overzicht