‘Praten over onderwijsachterstanden voelt als diskwalificatie van de leerkracht’

11-02-2021

 

Onderwijsachterstanden en -vertragingen. Twee termen die nu veelvuldig worden genoemd als er wordt gesproken over de impact van de coronapandemie op het Nederlandse onderwijs.

Er zou twee jaar nodig zijn om met een nationaal plan de achterstanden weg te werken. Maar hoe ervaren scholen dit zelf en is het wel rechtvaardig om over onderwijsachterstanden te spreken? 'Er moet meer vertrouwen zijn in de vakmensen voor de klas.'

Katalin de Kleuver, directeur Onderwijskwaliteit bij stichting Codenz in Dronten, merkt ook dat de discussie volop gaande is in de media. Maar de manier hoe over onderwijsachterstanden wordt gesproken, is volgens haar erg eenzijdig. ''Ik was hier in het begin dan ook boos over. Want het gaat enerzijds over het kind, maar anderzijds ook over de leraar en het systeem'', legt ze uit.

''Met praten over onderwijsachterstanden doe je namelijk geen recht aan het harde werk wat de leerkrachten de afgelopen tijd hebben verricht. Er wordt gedacht vanuit onmogelijkheden. Bij kinderen die zichzelf volop ontwikkelen en waarbij de toekomst nog onbekend is, kun je niet zomaar spreken over achterstanden.'' Daarnaast is het volgens haar te generiek om te zeggen dat er achterstanden zijn. Sommige kinderen hebben juist geprofiteerd van afstandsonderwijs, omdat er meer individuele focus was.

Ontplooiing
Volgens De Kleuver moet het niet uitmaken waar de wieg van een kind heeft gestaan en welke strubbelingen er tussendoor op zijn of haar pad komen. Het kind moet altijd de kans krijgen om zich te ontplooien. Voor elk kind is de weg anders. ''Het ene kind doet dit in één rechte lijn, de andere met een omweg. Er zijn diverse wegen mogelijk.’’ Zo ook in de coronapandemie. Volgens haar gaat de discussie over achterstanden voorbij aan wat de kinderen wél hebben geleerd. Namelijk: levenskunst en veerkracht. ‘’Ook hebben ze digitale vaardigheden opgedaan en leren ze dealen met vrije tijd.''

Ook voor de leraren vindt zij deze discussie niet fair. ''Het voelt bijna als een diskwalificatie van het harde werk dat zij hebben verricht. Zij hebben de afgelopen tijd de kans gehad om digitaal onderwijs zo goed mogelijk neer te zetten en nu klinkt het als: je doet het niet goed.''

Vakmanschap
In plaats van blijven spreken over achterstanden en een deltaplan in te zetten om deze weg te werken, vindt De Kleuver dat er moet worden gekeken naar wat leraren altijd al doen. Kijken naar wat de leerlijn is, waar je vandaag staat, en welke methode daarbij past. ''Een leerkracht vraagt zich daarbij af: moet ik een stap terugdoen met deze leerling of juist vooruit? De coronasituatie dwingt ons alleen maar om dit nog meer te doen. Kijken naar wat leerlingen hebben geleerd en wat niet. We zullen niet anders doen dan anders, enkel beter.'' Daarnaast verwacht De Kleuver ook van Arie Slob dat er juist in en ná deze crisis het onderwijs faciliteert om passend onderwijs te bieden. Het liefst zonder subsidieregeling en administratiedruk.

Wat voor haar het meest wringt, is dat externe deskundigen aan een tekentafel gaan zitten om te vertellen wat er moet worden gedaan om achterstanden weg te werken. ''Maar je moet dit aan de scholen, leraren, besturen en directeuren overlaten. Dan krijg je veel mooiere resultaten en ontwikkeling, omdat je de bal bij de vakman legt in plaats van vanuit het systeem verandering willen brengen. Je ziet het met burgerschap, verplichte toetsen- en gymuren. Dat is alleen maar een verdichting van regels, terwijl je ruimte moet geven voor vakmanschap.''

Niet uit oog verloren
Ook Henri Koele, bestuurder bij PCPO Westland in Naaldwijk, deelt de visie van De Kleuver. ''Ik vind onderwijsachterstanden een hele vervelende term. Onze leerkrachten hebben de afgelopen periode kneiterhard gewerkt om onderwijs op afstand vorm te geven. Binnen mijn organisatie is dat erg goed gegaan en hebben we de leervakken aardig bij kunnen houden. Daarnaast is er ook goed contact geweest met de leerlingen. En waar dit niet zo was, zijn de IB’ers letterlijk naar de kinderen toe gegaan om het contact wél mogelijk te maken. Dus we zijn de kinderen absoluut niet uit het oog verloren'', zegt hij.

Naar de leerkrachten toe is het praten over onderwijsachterstanden een minachting, vindt Koele. ''Ik vind het jammer dat er zo weinig vertrouwen is in de meesters en juffen die elke dag keihard werken. Zij willen enkel het beste voor de leerling.'' Daarnaast noemt de bestuurder ook het kind, dat wellicht een beetje nieuws volgt en hoort dat hij of zij op achterstand staat. ''We moeten niet vergeten dat kinderen juist in deze crisis veel andere dingen hebben geleerd. Zo zijn ze zelfstandiger geworden, leerden ze omgaan met digitale middelen, werden ze weerbaarder en leerden ze omgaan met teleurstellingen'', benadrukt Koele.

Teveel focus op resultaten
Hij probeert daarom zo positief mogelijk naar de situatie te kijken. ''We kijken gewoon naar de kwaliteiten waarin onze kinderen wel zijn gegroeid en waarin we nog wat verder moeten bouwen in het onderwijs. Dat weten de juffen en meesters hartstikke goed.'' De leerkrachten kijken namelijk bij nieuwe lessen allereerst naar de beginsituatie. Naar wat de kinderen kunnen, waarop voortgeborduurd kan worden en waar hiaten zitten. Daarop wordt de lesstof aangepast.

''Maar het ministerie gaat nog steeds uit van de resultaten. Er wordt gezegd: de eindtoets moet en zal doorgaan. Maar wij besteden deze week, en wellicht de komende weken ook nog, op school extra tijd aan het in gesprek zijn met het kind. Wat hebben ze de afgelopen periode meegemaakt? Welke zorgen zijn er? En welke angsten dragen ze bij zich? Onderwijs doe je vanuit een pedagogische setting en het welbevinden van de kinderen is belangrijker voor ons dan een rekentoets die ietwat tegenvalt.''

Net als De Kleuver maakt Koele zich dus hard voor het vertrouwen in de leerkracht die zijn of haar werk doet. ''Dat is wat ik belangrijk vind. Er moet meer vertrouwen zijn in de vakmensen voor de klas. Als we die ruimte geven, gaat het écht goedkomen met eventuele achterstanden.''

 

Bron: Verus



« Terug naar het overzicht