Verstarrend wetsvoorstel strategisch HRM gaat de leerlingen niet helpen

11-05-2023

 

De PO-Raad maakt zich grote zorgen over de mogelijke gevolgen van de Wet strategisch HRM. Het ministerie van OCW is deze week met een internetconsultatie over het wetsvoorstel begonnen. ,,Minister Dennis Wiersma presenteert een model waarmee hij top down personeelsbeleid oplegt en zich tot drie cijfers achter de komma met personeelsbeleid van het basis en voortgezet onderwijs bemoeit. Daarmee dreigt hij een papieren werkelijkheid te creëren waarbij vakinhoudelijke HR-kennis wordt vervangen door afvinklijstjes en maakt hij problemen eerder groter dan kleiner'', zegt voorzitter Freddy Weima in een eerste reactie.

Met de nieuwe wet wil Wiersma (primair en voortgezet onderwijs) schoolorganisaties dwingen onderwijspersoneel in principe minimaal een contract van 0.8 fte aan te bieden, waarvan alleen kan worden afgeweken als de medewerker zelf minder wil werken. Ook moet minimaal 80 procent van het onderwijspersoneel een vast dienstverband hebben. Voorts mag een schoolorganisatie nog maar één tijdelijk dienstverband van een jaar aanbieden voordat wordt overgegaan tot een vast dienstverband.

Allereerst is er een principieel bezwaar: in Nederland zijn dit soort wijzigingen voorbehouden aan de sociale partners, en in Nederland zit de minister van onderwijs niet als onderhandelaar aan tafel bij de onderhandelingen over een nieuwe cao. Weima: ,,Er zijn mensen die dat liever anders zien, maar die zijn nogal selectief in hun wensen. In dat licht is het oordeel van de Raad van State straks erg interessant. Al zou het de minister sieren de wet in deze vorm voor die tijd in te trekken. Want serieus: het leger en de politie voeren onderhandelingen met de minister. Het beroepsonderwijs, het hoger onderwijs en de zorg zijn allemaal plaatsen waar werkgevers en werknemers aan zet zijn. Me dunkt dat het primair onderwijs meer lijkt op het hbo dan op het leger.''

Onwerkbare oplossing voor niet-bestaand probleem
In dit wetsvoorstel worden problemen getackeld die in het primair onderwijs niet bestaan. Zoals de hoeveelheid flexwerkers. ,,Onze sector is vaste-contractenkampioen: 85 procent van de collega’s heeft een dienstverband voor onbepaalde tijd'', zegt Weima. ,,De meeste mensen die tijdelijk in dienst zijn, hebben een tijdelijk contract met uitzicht op vast. En natuurlijk: het primair onderwijs heeft een periode gekend met meer dan 90% vaste dienstverbanden. Maar toen kwam de pensioengolf, tegelijkertijd met een overheid die de sector stuurt met tijdelijke doelsubsidies. Daar kun je helaas geen vaste mensen mee aannemen.''

De wet van Wiersma staat haaks op het decentrale onderwijsmodel dat we in Nederland kennen. Weima: ,,De vrijheid van onderwijs maakt onze sector divers en de manier waarop schoolorganisaties hun zaken regelen oogt voor mensen van buiten allicht wat eigenzinnig. Natuurlijk is, op een enkele rotte appel na, iedereen die in het primair onderwijs rondloopt zich bewust van de inhoudelijke voorwaarden en de ernst van de enorme verantwoordelijkheid die we als sector dragen. Goed personeelsbeleid helpt daarbij en daar zijn nog stappen in te maken. Maar een sector die twee eeuwen lang decentraal is ingericht, help je niet met een one-size-fits-all keurslijf.''

Het wetsvoorstel kent ook een bepaling die voorschrijft dat je op een school maximaal 5 procent van het budget mag besteden aan personeel niet in loondienst. Weima snapt het sentiment, maar vreest voor de gevolgen. ,,Er is geen school die voor zijn lol met bedrijven als Maandag in zee gaat om voor veel meer geld een leraar voor de klas te zetten. Maar als het alternatief is dat je leerlingen naar huis moet sturen, dan vindt de onderwijsinspectie daar vroeg of laat ook iets van.''

Er zijn de afgelopen jaren op veel plaatsen stappen gezet om strategisch HR naar een hoger plan te tillen. ,,We kijken in dat kader ook met belangstelling uit naar het onderzoeksrapport dat binnenkort wordt gepubliceerd. Dit naar aanleiding van een door de minister geïnitieerd monitoronderzoek naar sHRM in het primair onderwijs. Want er wordt in onze sector op de meeste plaatsen met een steeds scherpere blik naar het HR-beleid gekeken. Dat is natuurlijk logisch: onderwijspersoneel is schaars. De mensen die je hebt, wil je koesteren. Daar heb je maatwerk bij nodig en dus is de expertise van goede en voldoende HR-professionals cruciaal. Die hebben kennis van de regionale arbeidsmarkt en kunnen hun werk het beste doen zonder dat ze in een Haagse dwangbuis worden gehesen. Eentje die in de nabije toekomst strakker kan worden getrokken, omdat het departement deze wet met algemene maatregelen van bestuur kan wijzigen.''

Voor de PO-Raad is het glashelder: door daadkracht te veinzen lijkt het ministerie van OCW te willen laten zien het personeelstekort serieus te nemen, maar met een wet waarmee het HR-beleid verwordt tot een afvinklijst raken oplossingen verder uit zicht. Weima: ,,Politici horen het niet graag, maar de omvang van de beroepsbevolking maakt een enorme krimp door en de gevolgen daarvan neem je niet weg met wetgeving. Wel met creativiteit en inzicht in wat er speelt in een regionale arbeidsmarkt. Door met onderwijspersoneel, leidinggevenden en bestuurders als team naar de plaatselijke of regionale situatie te kijken. Maatwerk dus. Kijk als rijksoverheid gerust mee en stuur gerust bij, maar houd wel de gepaste afstand. Daarvan is nu geen sprake. Deze wet beperkt onze mogelijkheden en zal de sector doen verstarren. Daar zijn de leerlingen niet mee geholpen.''

Bron: PO-Raad



« Terug naar het overzicht