Waar gaan startende leraren aan de slag na hun opleiding?

Het onderzoek biedt inzichten voor het aanpakken van het lerarentekort in verschillende regio’s van Nederland. Het onderzoek analyseerde de locatie van zowel de opleiding als de eerste werkgever van 6.480 startende leraren tussen 2020 en 2022.

Het komt relatief vaak voor dat een starter die in een bepaalde provincie werkt ook in die provincie is opgeleid. Daarnaast laten de resultaten zien dat starters die in een andere provincie gaan werken dan waar ze zijn opgeleid, meestal kiezen voor een baan in een aangrenzende provincie.

De afstand tussen de opleidings- en werklocatie is volgens het onderzoek gemiddeld 31 kilometer, met aanzienlijke variaties per provincie. Leraren opgeleid in stedelijke regio’s zoals Noord- en Zuid-Holland hebben een kortere afstand tussen de opleidings- en werklocatie dan diegenen opgeleid in provincies zoals Friesland en Limburg.

Een opmerkelijke bevinding is dat leraren met een vaste aanstelling gemiddeld verder van hun opleidingslocatie werken, wat suggereert dat een vast contract kan bijdragen aan een grotere geografische mobiliteit. Jonge leraren blijken vaker dichter bij hun opleidingslocatie te blijven werken.

Op basis van deze resultaten beveelt Voion aan om daar waar regionale tekorten dreigen, te onderzoeken of uitbreiding van opleidingslocaties wenselijk en/of noodzakelijk is voor het aantrekken van leraren in specifieke regio’s.

Voor HR-professionals is het van belang te onderkennen dat leraren voornamelijk dicht bij de opleidingslocatie (willen) werken en dat een vaste aanstelling een stimulans kan zijn voor leraren om buiten de opleidingsregio te gaan werken. Door oog te hebben voor de regionale honkvastheid van leraren en het inzetten van de juiste incentives, kan HR de instroom en spreiding van leraren effectiever sturen.

Bron: VOraad