Armoede komt zelden alleen

12-12-2019

 

DUO en Didactief bevroegen zevenhonderd leraren in het po: bijna een derde vindt dat de school meer kan doen voor leerlingen die opgroeien in armoede. 

Een goed voorbeeld stelt de gemeente Groningen, waar brugfunctionarissen nauw samenwerken met school en ouders. Onderzoekers zien dat dit zin heeft.

‘Sommigen dragen altijd oude kleding of komen zonder brood op school. Ze gaan zelden op vakantie, als ze al op vakantie gaan. Anderen kunnen hun huiswerk niet maken, omdat ze thuis geen computer hebben,’ zegt Mucahide Temizkan, leerkracht van groep 6 op ibs Ababil in Schiedam. Haar school staat midden in een wijk waar veel gezinnen rond de armoedegrens zweven.

In Nederland groeit ongeveer één op de negen kinderen op in armoede, volgens cijfers van de Kinderombudsvrouw. Hun ouders hebben geen werk of verdienen zo weinig dat ze moeite hebben om rond te komen. Thuis zijn er vaak zo veel zorgen dat kinderen gestrest op school komen en zich niet goed kunnen concentreren.

Al jaren wijst de Kinderombudsvrouw erop dat het armoedebeleid voor deze kinderen tekortschiet. Voorzieningen zijn vaak gericht op (tijdelijke) verbeteringen buitenshuis, terwijl aan de instabiele thuissituatie niets of weinig verandert, schrijft ze in het rapport Alle kinderen kansrijk (2017). Een integrale aanpak is nodig: een intensieve samenwerking tussen gemeente, zorginstanties en het onderwijs. 

Armoede komt zelden alleen

Kinderen uit arme gezinnen hebben meer kans op een taalachterstand en leer- en ontwikkelproblemen. De inspectie signaleerde begin 2019 in de Staat van het Onderwijs opnieuw dat op sommige scholen veel van deze kwetsbare leerlingen bij elkaar zitten. Op deze scholen is de werkdruk extra hoog en wordt het lerarentekort vaak als eerste zichtbaar.

Lees het hele artikel bij Didactief



« Terug naar het overzicht